130 tot 200 kazernes dicht
150 TOT 200 KAZERNES DICHT? OORDEEL ZELF!
30 DECEMBER 2013
150 tot 200 kazernes dicht? Oordeel zelf!
Het einde van 2013 verloopt allesbehalve rustig in brandwerend Nederland. Aan de vooravond van het overgaan van gemeentelijke korpsen naar de veiligheidsregio’s, hangen er donkere wolken boven het brandweerlandschap. De vrees van de VBV is dat dit vooral ten koste gaat van de brandweervrijwilligers. Een artikel in Trouw over de mogelijke sluiting van 150 tot 200 kazernes leidde tot veel reacties. Natuurlijk waren dat de bekende Pavlov reacties: de VBV die het allemaal uit hun duim zuigt, onwaarheden verkondigt en weer ouderwets aan het ‘rel trappen’ is. Wij van de VBV gaan altijd voor de inhoud. Wij baseren ons op feiten en niet op fabels. Wij zijn gewend in een glazen huis te zitten. De VBV is geen nostalgische club die tegen beter weten in kazernes of posten open wil houden. De VBV is geen tegenstander van andere manieren van uitrukken (variabel). En is zelfs groot voorstander van een herziening van de thans geldende opkomsttijden. Dat geldt echter alleen wanneer er gedegen wetenschappelijke onderzoeken aan ten grondslag liggen. Het bijeenroepen van een groep van lieden met academische titels maakt je onderzoek niet automatisch wetenschappelijk en betrouwbaar! Wij willen meebewegen, wij willen meebouwen en meedenken. Vraag ons dat echter nooit te doen wanneer de veiligheid van het brandweerpersoneel én de burgers in gevaar komen. Aangezien wij vinden dat wie A zegt ook B moet zeggen, hebben wij voor u – keurig onderbouwd! – de zaken even nader geduid. Op die manier kan een ieder zelf oordelen of de beweringen in Trouw ‘onzin’ zijn of verzinsels. Dat dit niet lekker is gevallen bij het management in veel regio’s is jammer. Voorkomen van… is een van de belangrijkste taken van de brandweer. Zo zien wij dat ook! Wij willen namelijk voorkomen dat onder de ‘rechtvaardiging’ van bezuinigingen een kaalslag gaat plaatsvinden waardoor de goede brandweerzorg die we thans kennen, verdwijnt.
Opkomsttijden en dekkingsplannen abracadabra
Voor ‘niet materiedeskundigen’ is het tot stand komen van de opkomsttijden voor de brandweer en de daarmee samenhangende spreiding van kazernes, één groot doolhof. Bestuurders van de veiligheidsregio’s beweren dat de opkomsttijden ‘verouderd’ zijn. Ze willen er het liefst zo snel mogelijk van af. Samen met hoogleraar veiligheid, Ira Helsloot, vinden ze zelfs dat er sprake is van schijnveiligheid. Volgens Helsloot redt de brandweer bijna nooit iemand en worden in brand geraakte gebouwen in opdracht van de verzekeraar gesloopt. Dit geeft volgens Helsloot aan dat de snelheid van de brandweer niet meer van belang is en de opkomsttijden kunnen worden afgeschaft.
Brandweerlieden die dag in dag uit in ons land invulling geven aan de brandweerzorg, hebben echter een heel ander beeld van het belang van snelheid en slagkracht bij het optreden van de brandweer. Zij maken met hun snelle optreden dagelijks het verschil tussen leven of dood, een kleine brand of een rokende ruïne. Zoals Helsloot in het artikel in Trouw suggereerde 'rijp voor de bulldozer'. Immers; wie anders dan de brandweer komt en kan burgers in een benarde situatie bij brand of ongeval, redden? Wie anders dan de brandweer maakt dat jaarlijksduizenden binnenbranden geen uitslaande branden worden?
Met de uitspraak van Helsloot dat de brandweer wel met een derde minder personeel toe kan, is indirect de link gelegd naarhet artikel over de dreigende sluiting van 150 tot 200 kazernes in dagblad Trouw van maandag 23 december jongstleden. Dat artikel gaf een klein inkijkje in bestuurlijke plannen, die al 'enige tijd op de plank liggen’. Deze plannen hebben meestal een eenduidig uitgangspunt: het verruimen of oprekken van de opkomsttijden van de brandweer. Dit leidt vervolgens tot ‘het heroverwegen’ van het aantal kazernes. Vrij vertaald; het sluiten van de kazernes in de ‘overlappende cirkels’.
Sluiting vaak pure centenkwestie
De sluiting van een brandweerkazerne ligt echter zeer gevoelig onder de bevolking.
Dit bleek onlangs in Diever. Daar kwamen de burgers massaal in opstand tegen de voorgenomen sluiting van ‘hun’ brandweerkazerne als gevolg van een pure bezuinigingsmaatregel. De vakinhoudelijke onderbouwing werd gemakshalve aangepast en de forse overschrijdingen van de normtijden op ‘papier’ werden gecompenseerd met maatregelen waarvan het effect en het beoogde resultaat tot dusver nog nergens is aangetoond.
Het besluit kwam voor de burgers én brandweerlieden in Diever als donderslag bij heldere hemel. Echter, de sluiting was achter de schermen al volledig ‘georganiseerd' zo bleek uit stukken, opgevraagd door de VBV. In de publiciteit was het binnen 5 weken gedaan. De postcommandant werd 9 september door het college van B&W geïnformeerd. De gemeenteraad besloot op 15 oktober ‘conform voorstel’ met 10 voor- en 7 tegenstemmen (lees dat hier). Dat de burgemeester zich tijdens de beraadslaging bediende van onjuiste informatie en pas na de besluitvorming daarvoor vanuit Den Haag op de vingers werd getikt, deerde kennelijk niemand. Het is dan ook niet vreemd dat de beleidsmakers of bestuurders in de veiligheidsregio zwijgen als het graf als het gaat over plannen om kazernes te sluiten. Net als in Diever vertellen ze dat hun eigen mensen niet eens. Bovendien, bestuurders is er alles aan gelegen hun gemeenteraden niet in de gordijnen te jagen zo kort voor de verkiezingen in maart. Als gevolg van de verplichte regionalisering is na 1 januari 2014 de invloed van gemeenteraden op de brandweerzorg heel beperkt.
Zwart op wit
In de veiligheidsregio Friesland zien wij bijvoorbeeld de opdracht van het Algemeen Bestuur (de 27 burgemeesters) aan de regionaal commandant om ‘scenario 3’ te gaan uitwerken. De regio Friesland telt nu 65 posten. Voor scenario 3 (A,B en C) zijn ca. 40 posten benodigd. Zo lezen wij in een memo van Brandweer Fryslân.
In de veiligheidsregio Brabant- Zuidoost ligt een uitgewerkt plan (lees dat hier) voor de inrichting van de repressieve organisatie van de brandweer. Tussen de conclusies op pagina 36 van dit plan lezen we dat met het ophogen van de normtijden met 2 minuten, met 18 posten minder volstaan zou kunnen worden. Het Algemeen Bestuur heeft het plan ‘geparkeerd’ zoals dat in bestuurlijke kringen wordt genoemd. Dit nadat er in de Tweede Kamer vragen werden gesteld (lees die hier) over de plannen.
In de veiligheidsregio Limburg-Noord werd de ‘Visie brandweerzorg Limburg-Noord 2011-2015' ontwikkeld, in het regionale dagblad aangekondigd met de fraaie titel: ‘Spuiten of sluiten’.
De uitgangspunten en consequenties zijn uitgewerkt in een kadernota (lees deze hier). Op blz. 6 lezen wij: “Verruiming van de norm voor de opkomsttijd van de eerste brandweereenheid, leidt tot een heroverweging van het aantal brandweerposten in onze regio. Berekeningen tonen aan dat de uitrukgebieden van verschillende posten elkaar zodanig overlappen dat ongeveer 8 posten afgebouwd kunnen worden. Uitgaande van gemiddelde kosten van € 200.000 jaarlijkse kosten per post is zo een besparing van € 1.600.000 mogelijk.”
Ingrijpen politiek
Na het tumult in de Tweede Kamer en de media rond de sluiting van de post Swalmen heeft de minister ingegrepen en ligt er in Limburg-Noord nu een ‘nieuw dekkingsplan’. De investering van € 2 miljoen voor Snelle Interventie Voertuigen is inmiddels Europees aanbesteed zonder dat het voordeel ook maar ergens in het land is aangetoond. Bovendien kan de inzet van een 2 persoons voertuig niet worden gezien als vervanging van een basiseenheid; de tankautospuit met 6 personen. De besparing zal dus nog gehaald moeten worden zodra de normtijden van tafel zijn, zo is de verwachting van de VBV en baseert zich daarbij op de doelstellingen van de burgemeesters. Waarom het Veiligheidsberaad zo graag van de normen voor de opkomsttijden van de brandweer af wil, lijkt ons hiermee wel voldoende duidelijk. Het sprookje van kazernes erbij moeten bouwen om te kunnen voldoen aan de normen, hebben bestuurders ook al eerder verteld (zie het item in het programma EénVandaag van 11 maart 2013). Het was overigens voor de VBV vrij eenvoudig om dit sprookje te weerleggen: In ons artikel ‘Feiten liegen niet’staat onder de alinea ‘kazernes bijbouwen’ alle relevante informatie. Eerder heeft de Raad voor de financiële verhoudingen in zijn advies over de financiële gevolgen van de invoering van de veiligheidsregio’s, deze fabel weerlegd (lees dat hier op pagina 24, punt 2).
Samengevat blijkt dat genoemde plannen één gemeenschappelijk vertrekpunt hebben: ‘de brandweer overmorgen’. Daarbij verschuift de aandacht van de brandweer deels van incidentbestrijding naar preventie en zelfredzaamheid. De veiligheidsregio Drenthe heeft de ‘verwachtingen’ van deze verschuiving in haar ontwerpbegroting 2014 als volgt omschreven: ‘Verwacht wordt dat vanaf 2015 de repressietaken evenredig afgebouwd kunnen worden.’ Hoe deze ‘verwachting’ er concreet moet gaan uitzien, staat helaas nergens beschreven.
In 2007 heeft de Inspectie in haar onderzoek ‘Operationele Prestaties Brandweer’, naast een verkenning van de knelpunten bij opkomsttijden, het accent gelegd op de mogelijkheden die er zijn om de opkomsttijden te verbeteren. In 2010 worden de normtijden vastgelegd in het Besluit veiligheidsregio’s. In de voorbereiding van het Besluit werden verschillende partijen geconsulteerd, zo ook de VBV. Dit resulteerde in onze publicatie ‘Een veilig Besluit?’, in 2008 opgesteld met een wel erg vooruitziende blik! Op verzoek van het Veiligheidsberaad wordt de mogelijkheid gerealiseerd om gemotiveerd voor bepaalde locaties afwijkende tijdnormen vast te stellen. Vijf jaar later blijkt uit nieuw onderzoek van de Inspectie dat geen enkele regio voldoet aan de bepalingen uit het Besluit veiligheidsregio’s en enkele regio’s hun ‘eigen normen’ bepalen. Het laatste onderzoek in 2013 laat weinig verbeteringen zien. Volgens het hoofd van de Inspectie bestaan de verbeteringen vooral op papier.
Alle onderzoeken van de Inspectie Veiligheid en Justitie, brieven van de minister én de motie van de Tweede Kamer ten spijt, heeft de gemeente Westerveld dus nu al een voorschot genomen door de kazerne in Diever te sluiten. Kortom: een lagere overheid die regels aan hun laars lapt en kennelijk volstrekt maling heeft aan wettelijke bepalingen. De opkomsttijden worden in Diever nu veelal met meer dan 100% overschreden, in een groot gebied zelfs ruim boven de maximale opkomsttijd van 18 minuten. En de minister en de Inspectie? Ze stonden erbij en keken ernaar. De VBV daarentegen is van mening dat de brandweerzorg in Drenthe al tekortschiet en de sluiting van de post Diever de veiligheid van burgers en brandweerlieden in gevaar brengt. Om die reden heeft de VBV de bestuursrechter ingeschakeld. Die oordeelde dat hij niet bevoegd was. Nu bereiden we ons voor op een civiele procedure waarin we de rechter een uitspraak vragen binnen welke kaders er nu met opkomsttijden mag worden gerekend.
Hoe komen we tot het getal 150 tot 200 kazernes?
Als je de plannen in 3 regio’s bij elkaar optelt; 25 in Friesland, 18 in Brabant-Zuidoost en 8 in Limburg-Noord kom je op 51. Het aantal kazernes in de regio’s Zeeland en Zuid-Holland-Zuid, die voor sluiting zijn genomineerd is niet bekend en zijn derhalve niet meegeteld. Echter; de kans dat deze, en de overige regio’s, een geheel andere denk- en gedragslijn kiezen lijkt ons, gezien de opvattingen in het Veiligheidsberaad en de gezamenlijke visie in de veiligheidsregio’s over de ‘brandweer over morgen’, uiterst klein. Het getal 150 tot 200 is dus een afgeleide van onze constateringen in de voornoemde regio’s en gebaseerd op een ruwe, maar eveneens lage schatting.
Het voornoemde gedachtegoed past ook niet in het actuele nationale ‘brandveiligheidsbeeld’: Het jaar 2013 lijkt voor de verzekeringen al een recordjaar (lees dat hier) te worden voor wat betreft het grote aantal miljoenenbranden. Een ander triest bericht is de forse toename van het aantal branddoden (lees dat hier). Zonder onderzoek kunnen we echter niet stellen dat er een causaal verband is tussen het wegbezuinigen van slagkracht (kazernes, personeel en voertuigen), maar we kunnen evenmin stellen dat het geen invloed heeft gehad. Met alle ontwikkelingen in onze brandweersector en vermeende verbeteringen, waarvan de gevolgen niet eens bekend zijn, lijkt onderzoek de enige weg om de gevolgen van al deze ontwikkelingen in beeld te krijgen. De VBV gaat dan wel nadrukkelijk voor een volledig onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek waarbij vooralsnog ondoordachte en onveilige experimenten moeten worden vermeden.
Wordt vervolgd.